Voorbeeld uit de praktijk:
Tom groeit op met een vader, moeder, en twee zussen. Zijn moeder heeft uit een vorig huwelijk ook twee kinderen gekregen, twee jongens die hoofdzakelijk bij hun vader wonen. Het leven van Tom verloopt rustig en prettig totdat zijn vader een ernstig ongeluk krijgt en arbeidsongeschikt thuis komt te zitten. Zijn moeder moet door de veranderde situatie, meer gaan werken om het gezin van voldoende inkomen te voorzien. Tussen haar en vader lopen de spanningen op door de toegenomen draaglast. Ze schreeuwen steeds vaker tegen elkaar en weten niet meer de weg terug te vinden naar een goed gesprek. Wanneer er ook nog problemen ontstaan tussen zijn moeder en haar voormalige partner, kan zij de situatie niet meer aan en raakt in een depressie. Toms oudere zussen nemen de taken van moeder in het huishouden over om moeder rust te gunnen. Er wordt meer op Tom gemopperd nu de druk toeneemt op alle gezinsleden. Tom voelt zich wat verloren en trekt zich steeds meer terug op zijn kamer of gaat naar zijn vrienden om te gamen of te blowen. Er wordt niet veel meer gesproken thuis en Tom verwaarloost zijn schoolwerk en zit steeds vaker in de kroeg. Wanneer Tom door zijn spijbelgedrag bij de leerplichtambtenaar terecht komt en duidelijk wordt dat er veel aan de hand is in het gezin, schakelt de schoolmaatschappelijk werker een systeemtherapeut in.